Managementdiensten kunnen opgaan in de vrijgestelde diensten
In de praktijk komt het nogal eens voor dat een ondernemer vrijgestelde diensten verricht en prestaties afneemt van een andere ondernemer die mede bestaan uit managementdiensten. Te denken valt aan een houdstermaatschappij van een medicus of verzekeraar, die diensten verricht aan de werkmaatschappij waarin de medische diensten of verzekeringsactiviteiten worden uitgevoerd. Dit kan ongewenste btw-druk met zich meebrengen omdat de afnemer geen of nauwelijks aftrekrecht heeft.
Maatschappen van medisch specialisten of MSB’s verrichten doorgaans naast hun medisch specialistische diensten ook managementdiensten aan het ziekenhuis. Over die situatie heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden in juni 2022 een interessante uitspraak gedaan. De vraag is vervolgens of deze ook van toepassing is op andere situaties waarbij naast vrijgestelde diensten sprake is van managementdiensten.
De casus
In de casus die heeft geleid tot voornoemde uitspraak ging het om een maatschap van medisch specialisten die een samenwerkingsovereenkomst (SOK) is aangegaan met een ziekenhuis. Daaruit volgt dat de maatschap twee soorten prestaties verricht, te weten medische diensten en managementdiensten. De managementdiensten bestaan in het algemeen uit het organiseren en coördineren van de zorgdiensten binnen het eigen specialisme. Het betreft met name overleg met diverse organen en functionarissen in en om het ziekenhuis.
Volgens de inspecteur gaat het hier om twee afzonderlijke prestaties, te weten: vrijgestelde medische diensten en naar het 21%-tarief belaste managementdiensten. De maatschap was het hier niet mee eens en was van mening dat de gehele prestatie vrijgesteld is voor de btw.
Uitspraak Gerechtshof: één vrijgestelde prestatie
Het Hof stelt 2 vragen:
1) Wie is de afnemer van de medische diensten?
Het ziekenhuis betaalt aan belanghebbende de vergoeding voor de overeengekomen medisch specialistische diensten en declareert de kosten van de zorgdiensten van zowel het ziekenhuis als van belanghebbende geïntegreerd bij de zorgverzekeraars.
Hoewel de patiënt uiteindelijk de begunstigde is van de medisch specialistische diensten, worden deze met het ziekenhuis overeengekomen. Het ziekenhuis geeft dus de opdracht ertoe, en betaalt ervoor aan de maatschap. Het ziekenhuis krijgt weliswaar betaald van de zorgverzekeraar, maar is vrij om keuzes te maken over de inzet van medisch specialistische zorg. Vanwege deze omstandigheden vindt het Hof dat het ziekenhuis de afnemer is van de medisch specialistische diensten van de maatschap en niet de patiënt of de zorgverzekeraar.
2) Moeten de medische diensten en de managementdiensten worden aangemerkt als één dienst of als meerdere diensten (en wat is de kwalificatie ervan?)?
Volgens het Hof zijn de managementdiensten niet zelfstandig, maar moeten ze als bijkomstige diensten bij de medische diensten worden aangemerkt. Het Hof wijst er daarbij op dat de managementdiensten noodzakelijkerwijs voortvloeien uit en nauw samenhangen met de medisch specialistische diensten. In wezen worden de managementdiensten in een geval als het onderhavige enkel uitgesplitst om inzicht te krijgen in de opbouw van de totale vergoeding die belanghebbende van het ziekenhuis ontvangt. Het verrichten van medische diensten en het verrichten van het daar bijkomende management geldt naar het oordeel van het Hof als eenzelfde aan het ziekenhuis verrichte prestatie. Daarbij volgen de managementdiensten het fiscale lot van de hoofdprestatie – te weten het verrichten van medische diensten.
Het Hof oordeelt dus dat de maatschap één prestatie verricht jegens het ziekenhuis dat als medische dienst moet worden aangemerkt, zodat de vrijstelling voor medische beroepsbeoefenaars van toepassing is op deze prestatie.
Geldt deze uitspraak in alle gevallen waarbij naast vrijgestelde diensten ook managementdiensten worden verricht?
Ik ben van mening dat die conclusie te kort door de bocht zou zijn. In deze uitspraak gaat het om een specifieke casus, waarbij de managementdiensten duidelijk in het verlengde van de medisch specialistische dienstverlening liggen. Wel is het goed om deze uitspraak mee te nemen bij het zoeken naar mogelijkheden om de btw-druk in dergelijke situaties zo beperkt mogelijk te houden.
In de praktijk komt het wel eens voor dat de dienstverrichter het geheel van de prestaties als managementdiensten betiteld en daarvoor een managementvergoeding in rekening brengt. Dat is uiteraard niet handig. Het is raadzaam om in zo’n situatie in de overeenkomst onderscheid te maken tussen beide soorten activiteiten en deze nauwkeurig te omschrijven. Vervolgens dient per situatie te worden vastgesteld wat de meest optimale keuze is. Dit dus maatwerk. Te denken valt aan het aangaan van een fiscale eenheid, het met een beroep op de onderhavige uitspraak aanmerken van de prestaties als één vrijgestelde prestaties, een splitsing aanbrengen tussen de vrijgestelde activiteiten en de managementactiviteiten, het toepassen van het leerstuk van kosten voor gemene rekening of wellicht het aangaan van een dienstbetrekking door de medicus, verzekeraar, etc., met de werkmaatschappij in plaats van met de houdstermaatschappij.
Beuker Btw-advies helpt je hier graag bij
Omdat het hier gaat om maatwerk en er vaak substantiële besparingen te behalen zijn, is het inhuren van deskundig advies in dergelijke gevallen raadzaam. Beuker Btw-advies heeft veel ervaring op dit terrein en staat je hierbij graag terzijde.
Contact
Beuker BTW-advies
Geert Beuker
06-11 7707 09
geert@beukerbtw-advies.nl
www.beukerbtw-advies.nl